… Ureterp-Drachten (~1642)
De groeiende economie van de Hollandse ‘Gouden Eeuw’ leidde tot ontginning van de venen tussen Rottevalle en Ureterp/Selmien’. In 1642 laten Hollandse Compagnons een nieuwe vaart graven, precies tussen de oude boerendorpjes Noorder- en Zuider- Dragten. Dat trekt allerlei mensen aan: handelslui, ambachtsmensen en dagloners en er ontwikkelt zich een nieuwe plaats – nu Drachten genoemd.
Binnen twintig jaar worden de doopsgezinden hier beschreven. Ze vergaderen op verschillende plekken tussen Ureterp en ‘de Dragten’, onder verschillende namen, en in verschillende fracties.
Uiteindelijk bouwen ze samen een nieuw vergaderhuis (in 1790) wat nu kennen als ‘Doopsgezinde Vermaning Zuiderbuurt 26-28‘: toen, kort voor vrijdom van godsdienst, nog als schuilkerk: verborgen op het achtererf van een broeder leerlooier. Binnen twintig jaar (met de Bataafse Roerselen) komt formeel de vrijheid van godsdienst, en volgt grotere deelname van de doopsgezinden aan het maatschappelijk verkeer.
Tijdens de bouw, is de Zuiderbuurt een oude landweg richting Selmien/Ureterp, Olterterp en Lippenhuizen. Beetsterzwaag is net als die andere dorpen een boerendorp tussen hei, moeras en onontgonnen veen – nét ontdekt als vestigingsplaats voor opkomende adel.
Veel later (in 1950) grijpt ook in Drachten de industriële ontwikkeling aan (met o.m. de vestiging van Philips) en dat leidt tot veel arbeidsmigratie ‘van buiten’ en ook tot versterking en modernisering van onze gemeente.
tik hier voor .pdf geschiedenis en erfgoed