… Zürich (~1525)
De grote hervormingen van de vroege 16e eeuw maakten een frisse herinnering los aan de vroege dagen van Nazareth, met ook radicale levenskeuzen zoals het weigeren van de eed van trouw aan burgerlijke overheden. Doop onder gelijkgestemden werd daarvan het teken. De ‘gemeenschapsmaaltijd’ werd de geregelde herinnering, en weerloos dienen ging boven heersen door gewapende strijd. Daarin gingen ze verder dan het theologisch debat van mensen als Luther en Zwingli. Calvijn speelde nog geen actieve rol.
In Zürich vormden een aantal ‘radicalen’ bewust een eerste en nieuwe gemeente naar vroeg-Christelijk voorbeeld: buiten het gezag van Kerk en Staat en met alle risico’s van dien. Deze eersten werden als straf en afschrikking verdronken in de Lemat.
Oorlog, verwarring, fanatisme en vervolging waren tekenen van de tijd, maar de nieuwe gemeenten groeiden tegen de verdrukking in, in het Zwitserse, Zuid Duitse, Franse en in onze Lage Landen. Ook in het Friese land kwam beroering en besloot de vicaris/pastoor ‘Menno Simons’ van Pingjum/Witmarsum om niet langer ‘dit corrupte pausdom te willen dienen’. Hij groeide uit tot een vooraanstaand leider van de nieuwe beweging. Spoedig zou een kwart van de bevolking zich ‘Mennist’ noemen, of verwant.
Drachten bestond nog niet, maar op de hogere gronden bij Ureterp/Selmien (tussen de veenriviertjes noorder-Drait en zuider-Drait) zullen zeker ook Mennisten hebben vergaderd.